1. Zorg

Mentale gevolgen van de coronapandemie

De Gezondheidsraad heeft de stand van de wetenschap in kaart gebracht over de mentale gezondheid na het eerste jaar van de coronapandemie. Vooral jongvolwassenen, ouderen en beroepsgroepen die onder druk staan, zoals zorgpersoneel, hebben vaker last van mentale klachten. Daarnaast hebben meer mensen te maken gekregen met omstandigheden die de kans op mentale klachten vergroten, zoals financiële onzekerheid, onveilige thuissituaties en leerachterstanden. Het beeld dat naar voren komt, geeft reden tot zorg, vindt de raad.

Van belang is de ontwikkelingen goed te blijven volgen en ook te bezien of de genomen initiatieven om de mentale gezondheid te versterken effectief en afdoende zijn. Daarnaast adviseert de commissie om geen nieuwe interventies te ontwikkelen, maar te zorgen voor implementatie van bestaande effectieve en laagdrempelige interventies. Ook is van belang te zorgen voor toegankelijke ondersteuning van kwetsbare groepen en voor continuïteit in het hulpaanbod, ondersteund met langjarige financiering.

Toename mentale klachten in coronapandemie reden tot zorg

Het advies Mentale gevolgen van de coronapandemie: een eerste inventarisatie is opgesteld door de Commissie Mentale gezondheid en coronapandemie en op 14 februari aangeboden aan de staatssecretaris van VWS.

Langdurige klachten na COVID-19

Een deel van de COVID-19-patiënten houdt langdurig klachten. Dit wordt vaak long (langdurige) COVID genoemd of het post-COVID-syndroom. De Gezondheidsraad heeft de wetenschappelijke literatuur hierover in kaart gebracht. Daarin worden uiteenlopende klachten beschreven, die soms maanden aanhouden, en na verloop van tijd kunnen afnemen. De beschikbare onderzoeken bevatten nog veel onzekerheden. Wel is duidelijk dat het post-COVID-syndroom, naast gevolgen voor de patiënten zelf, ook implicaties heeft voor de zorg. Om beter in te kunnen zetten op preventie, diagnostiek en behandeling is aanvullend onderzoek nodig. Ook adviseert de Gezondheidsraad om te zorgen voor bredere bekendheid van het post-COVID-syndroom en de huidige zorg voor patiënten goed te monitoren.

Post-COVID-syndroom vereist aandacht

Het advies Langdurige klachten na COVID-19; Contouren van het post-COVID-syndroom is opgesteld door de Commissie Medische langetermijngevolgen van COVID-19 en op 14 februari aangeboden aan de minister van VWS.

Eetstoornissen vroeger herkennen

Door gebrek aan kennis bij jongeren, hun ouders en professionals, lange wachtlijsten en een versnipperd zorgaanbod duurt het lang voordat iemand met een eetstoornis passende hulp krijgt. Om de kans op herstel te verbeteren, is het van belang om eetstoornissen eerder te herkennen en sneller te behandelen.

De Commissie Preventie en behandeling eetstoornissen van de Gezondheidsraad adviseert om de preventie van eetstoornissen er vooral op te richten om de mentale weerbaarheid van jongeren te vergroten. Dat kan onder andere door hun zelfvertrouwen te verbeteren en hen te leren verantwoord en kritisch om te gaan met (sociale) media. Een goed screeningsinstrument is nodig om een eetstoornis vroeg te herkennen. Verder valt winst te behalen met een laagdrempelig en snel behandelaanbod. De Gezondheidsraad adviseert een landelijk uniforme aanpak van eetstoornissen, die op regionaal of gemeentelijk niveau uit te voeren is.

Eetstoornissen eerder signaleren en behandelen

Het advies Preventie en vroege behandeling van eetstoornissen is opgesteld door de Commissie Preventie en behandeling eetstoornissen en op 28 juni aangeboden aan de staatssecretaris van VWS.

Duurzame zorg steeds belangrijker

De zorg produceert veel afval. Dat is niet goed voor onze leefomgeving en daarmee uiteindelijk ook niet voor de volksgezondheid. De minister voor Langdurige Zorg en Sport (LZS) vraagt de Gezondheidsraad hoe verduurzaming van hulpmiddelengebruik te versnellen is. Volgens de raad is het van belang om duurzaamheid tot één van de normen te maken voor ‘goede zorg’, naast veiligheid, doelmatigheid, effectiviteit en cliënt-gerichtheid.

Dat vraagt onder meer dat duurzaamheid een plek krijgt in de strategische visie van zorginstellingen, in medische richtlijnen, in de opleiding van zorgpersoneel en in productieprocessen. Regie van de overheid is nodig om een transitie in gang te zetten en daarbij is samenwerking tussen ministeries en kennisuitwisseling tussen de publieke en private sector nodig. Ook moeten duurzaamheidseisen verankerd worden in (Europese) wet en regelgeving en de raad vindt dat Nederland daarin een voortrekkersrol zou moeten nemen.

Laat duurzaamheid meewegen bij keuzes in de zorg

Het advies Verduurzaming van hulpmiddelen in de zorg is opgesteld door de Commissie Duurzaamheid medische hulpmiddelen en op 13 september aangeboden aan de minister van VWS.

Dr. Nicole G.M. Hunfeld
Beeld: ©Janita Sassen

Dr. Nicole G.M. Hunfeld ziekenhuisapotheker en projectleider duurzaamheid bij Erasmus MC

De zorgsector is verantwoordelijk voor 7 procent van de Nederlandse CO2-uitstoot. Dat percentage moet echt omlaag, en dat kan alleen als iedereen meedoet: de zorg, fabrikanten, producenten, universiteiten en de overheid. Er zijn nog nauwelijks wetenschappelijke publicaties die laten zien of met groene initiatieven ook echt duurzaamheidsdoelen worden behaald. Daarom is met onderzoek nog een wereld te winnen. Het rapport van de Gezondheidsraad is van grote waarde, omdat het echt laat zien dat er vanuit de hele keten actie nodig is om minder materialen te gaan gebruiken in de gezondheidszorg. Iedere partij in de keten draagt wezenlijk bij om milieuimpact te verkleinen.

Ethiek en gezondheid

De Commissie Ethiek en recht stelt in het verslagjaar op verzoek van de minister een afwegingskader op om besluitvorming over het testen van bloeddonaties transparanter te maken. Dat kader helpt om alle over-wegingen te expliciteren: niet alleen de formele, cijfermatige criteria, maar ook de ethische en maatschappelijke factoren. Uit de uiteindelijke afweging moet helder blijken op welke gronden een niet-kosteneffectieve test wel of niet wordt aanbevolen.

Ethische en maatschappelijke factoren wegen mee bij testen donorbloed

Het advies Afwegingskader testen van bloeddonaties is opgesteld door de Commissie Ethiek en recht en op 15 september aangeboden aan de minister van VWS.

Twee signalementen van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid

Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) is een samenwerkingsverband tussen de Gezondheidsraad en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). In 2022 brengt het CEG twee signalementen uit.

Het eerste signalement is een ethische verkenning van medische crowdfunding, ofwel online inzamelingsacties voor persoonlijke medische behandelingen. Crowdfunding wordt in Nederland vooral ingezet voor de financiering van zogeheten niet-reguliere zorg die niet wordt vergoed. Bijvoorbeeld omdat nog niet voldoende is bewezen dat de zorg werkzaam en effectief is, of dat die niet wordt beschouwd als de aangewezen behandeling voor de betreffende aandoening. Naast de potentiële voordelen van crowdfunding signaleert het CEG een aantal risico’s. Zo kunnen acties van mensen met een groot en draagkrachtig netwerk de sociale ongelijkheid vergroten. Een crowdfundingsactie kan bijdragen aan het gevoel van zingeving en hoop, maar dat kan ook acceptatie van de laatste levensfase in de weg staan. Een ander nadeel is dat de focus op hoop het zicht op betrouwbaarheid van de medische informatie kan vertroebelen. Crowdfundingsacties zijn immers succesvoller als de behandeling op overtuigende wijze als werkzaam wordt omschreven. Niet alleen de actie-eigenaren hebben daar baat bij, maar ook de crowdfunding-platforms.

Het tweede signalement gaat over de knelpunten rond het omgaan van onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg. Volgens het CEG zijn er drie morele logica’s te onderscheiden over wat de juiste omgang is met onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg: één gericht op normhandhaving, één gericht op leren en één gericht op herstel. Binnen elke morele logica worden andere accenten gelegd om de juiste reactie te bepalen op een onbedoelde of ongewenste uitkomst van zorg. Het herkennen van de verschillen kan volgens het CEG bijdragen aan het begrijpen en verhelpen van de knelpunten in de omgang met onbedoelde en ongewenste uitkomsten. Er is in de omgang met onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg relatief weinig aandacht voor herstel van de (emotionele) schade. Daarmee blijft een belangrijke behoefte van zorgontvangers, hun naasten én zorgverleners die betrokken waren bij een dergelijke gebeurtenis onderbelicht. Herstel van de schade is essentieel om het vertrouwen in de zorg te herstellen, en kan verdere escalatie voorkomen. Dat is niet alleen van belang voor alle betrokkenen, maar ook voor de zorg.

Medische crowdfunding

Het signalement Medische crowdfunding: een ethische verkenning van online inzamelingsacties is opgesteld door het Centrum voor Ethiek en Gezondheid en op 11 april aangeboden aan de minister van VWS.

Onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg

Het signalement Omgaan met onbedoelde en ongewenste uitkomsten in de zorg; normhandhaving, leren en herstel is opgesteld door het Centrum voor Ethiek en Gezondheid en op 1 december aangeboden aan de minister van VWS.

In 2022 heeft een externe commissie het CEG voor de periode 2012-2021 geëvalueerd. De evaluatiecommissie vindt het werkterrein van het CEG zonder meer relevant en noemt de kwaliteit van de signalementen hoogwaardig. De bevindingen van de commissie bieden goede aanknopingspunten om het CEG verder te ontwikkelen. Het belangrijkste aandachtspunt betreft de doorwerking van de signalementen van het CEG. De commissie adviseert daarbij om verschillende doelgroepen duidelijk te identificeren en pleit voor een accentverschuiving in de onderwerpkeuze van de signalementen. Het CEG neemt de aanbevelingen ter harte.