Loodinname via kraanwater: de kracht van samenwerking

Begin november verscheen het advies Loodinname via kraanwater, een advies op initiatief van de Commissie Signalering gezondheid en milieu. De kernboodschap: de Gezondheidsraad adviseert maatregelen te nemen om jonge kinderen te beschermen tegen te hoge blootstelling aan lood via het kraanwater. Het belangrijkste advies is om de resterende loden drinkwaterleidingen in circa honderd- tot tweehonderdduizend oude huizen te saneren.

De totstandkoming van dit advies mag worden gezien als een voorbeeld van succesvolle samenwerking. De betrokken partijen - GGD Nederland, het RIVM, de ministeries van IenW, VWS en BZK en de Gezondheidsraad - wisten het onderwerp gezamenlijk op de agenda te zetten en maakten tijdens het traject zo goed mogelijk gebruik van elkaars expertise. En met succes: een snelle beleidsreactie en veel media-aandacht volgden. We spreken hierover met dr. Fred Woudenberg, manager van de afdeling leefomgeving bij de GGD in Amsterdam en sinds 2013 voorzitter van de Commissie Signalering gezondheid en milieu.

Samen agenderen

Dat lood in kraanwater gezondheidsrisico’s met zich meebrengt is geen nieuw gegeven. Al in 1997 heeft de Gezondheidsraad hierover een advies uitgebracht. Sindsdien is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat de effecten van lood in kraanwater nóg groter zijn dan voorheen al werd gedacht. Dat heeft er eerder al toe geleid dat de normen van lood in de bodem zijn aangescherpt. Fred Woudenberg: “Voor de GGD was dit aanleiding om bij het RIVM aan te kaarten of die nieuwe inzichten over de effecten van lood in kraanwater aanleiding waren om hun voorlichting aan te scherpen en de leeftijdsgroepen waarop de adviezen gericht zijn uit te breiden. De ‘projectgroep drinkwater’ van de gezamenlijke GGD’s heeft een projectvoorstel gedaan en in opdracht van het ministerie van VWS is het RIVM met het onderzoek aan de slag gegaan.” De nauwe samenwerking op dit vlak tussen GGD, RIVM en de Commissie Signalering gezondheid en milieu van de Gezondheidsraad leidde ertoe dat het onderwerp ook bij de Gezondheidsraad opnieuw op de agenda kwam. Fred: “Het onderwerp heeft eigenlijk altijd op de lijst van de commissie gestaan. Toen we hier in een vergadering over spraken, constateerden we dat het oude probleem met loden leidingen – waarover de Gezondheidsraad dus al in 1997 een advies uitbracht – nog altijd niet is opgelost. Het viel ons echt tegen hoe weinig loden leidingen er in Nederland aantoonbaar gesaneerd zijn. Reden genoeg om hier ook vanuit de Gezondheidsraad opnieuw mee aan de slag te gaan.

Gebruik maken van elkaars expertise

Toen duidelijk werd dat zowel het RIVM als de Gezondheidsraad hiermee aan de slag gingen, was de belangrijkste vraag: op welke manier kunnen we samen optrekken? Fred: “Het heeft zonder meer toegevoegde waarde wanneer je gebruik kunt maken van elkaars expertise. We hebben er zelfs voor gekozen om de publicatiemomenten van de beide rapporten op elkaar af te stemmen. Dat was nieuw en soms best ingewikkeld. We zijn het namelijk niet gewend om concepten met elkaar uit te wisselen. Maar in dit traject was het juist erg belangrijk om op de hoogte te blijven van elkaars informatie.” RIVM en Gezondheidsraad doen dat ieder vanuit hun eigen rol. “Zo hield het RIVM zich met name bezig met de wetenschappelijke duiding op basis van modellen en berekeningen. De projectgroep van de GGD heeft hun expertise gedeeld door dat onderzoek tussentijds te becommentariëren. Wij als Gezondheidsraad maken gebruik van de analyses van het RIVM. De commissie heeft nog eens extra kennis binnengehaald door een consultatieronde te organiseren met externe deskundigen, waaronder drinkwaterexperts, een toxicoloog en een ontwikkelingspsycholoog. Al die kennis tezamen vormt de basis waarop de Gezondheidsraad een doorkijkje kan geven naar wat dat kan betekenen voor beleidskeuzes.

Een uniforme voorlichtingsboodschap voor optimale doorwerking

Het onderzoek van het RIVM en het advies van de Gezondheidsraad vormden op hun beurt weer een startpunt voor de GGD om de publieksvoorlichting aan te scherpen. “Kort voor publicatie hebben we het advies onder embargo gedeeld met de GGD. Daar is razendsnel een vertaalslag gemaakt naar: Wat betekent dit nu voor de burger? Wat kunnen mensen zelf doen om de risico’s zoveel mogelijk te beperken?”. De belangrijkste vragen en antwoorden werden op de dag van publicatie op de website van GGD Nederland gedeeld.

Het ministerie van VWS heeft op de dag van publicatie de coördinatie op zich genomen om te komen tot een uniforme voorlichtingsboodschap, in nauwe samenwerking met de ministeries van IenW en BZK en koepels van zorgorganisaties, drinkwaterbedrijven en woningpartijen. Eén van de aanbevelingen van het signalement is om op het gebied van voorlichting aansluiting te zoeken bij bestaande initiatieven van de GGD. Fred: “Er is al veel voorlichting gericht op de eerste levensfase van kinderen. Zo is er het actieprogramma Kansrijke Start, waarin de focus ligt op de eerste 1000 dagen van een kind. Dus van het moment van conceptie tot een kind twee jaar wordt. Dat is een cruciale periode in het leven van een mens, waarin veel zaken die met gezondheid te maken hebben bepaald worden. De voorlichting is gericht op allerlei zaken, zoals het stimuleren van een gezonde levensstijl van zwangere vrouwen, het stimuleren van borstvoeding, het belang van gezonde voeding en voldoende slapen en bewegen voor jonge kinderen. Nu willen we ook aandacht voor de boodschap dat we niet willen dat kinderen lood uit kraanwater binnenkrijgen. Het lijkt ons dus slim om die boodschap te koppelen aan die eerste 1000 dagen, die nu al heel veel aandacht krijgen van bijvoorbeeld huisartsen, verloskundigen en het CJG. Zo zorgen we samen voor de beste start.

Veel media-aandacht en snelle beleidsreactie

De media-aandacht voor loodinname voor kraanwater blijft sinds het verschijnen van het advies onverminderd hoog. Zowel regionale als landelijke media houden het thema nauwlettend in de gaten. In diverse gemeenten wordt onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van loden leidingen. Begin december plaatste het RIVM informatie op de website atlasleefomgeving.nl over aantallen en locaties van woningen, kinderdagverblijven en basisscholen van voor 1960, waar mogelijk loden leidingen kunnen worden aangetroffen. Nadat de gemeenten Rotterdam en Utrecht aankondigden op grote schaal gemeentelijke gebouwen te controleren op de aanwezigheid van loden leidingen, riep de PO-raad - de sectororganisatie voor het primair onderwijs - de besturen van alle basisscholen in Nederland op hetzelfde te doen.

Op de dag van publicatie van het advies verscheen ook een reactie van minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. Mede namens de minister voor Medische Zorg en Sport, en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties liet zij weten het advies van de Gezondheidsraad ter harte te nemen. Fred: “Die snelle, gezamenlijke reactie van de betrokken bewindslieden mét toezegging van maatregelen hebben we wellicht te danken aan het feit dat we de beleidsmakers van de diverse ministeries al tijdens het traject hebben geïnformeerd dat ons signalement eraan kwam. Kort voor publicatie is voor hen een briefing verzorgd. Daarin hebben we uitgelegd hoe het advies tot stand komt en wat bepaalde gegevens betekenen. Daardoor kon vanuit de ministeries meteen een brug worden geslagen naar wat dat kan betekenen voor de maatregelen die ze moeten gaan nemen.” Minister Van Nieuwenhuizen heeft aangekondigd in de Beleidsnota Drinkwater van april 2020 meer in detail in te gaan op de wijze waarop aan het advies van de raad invulling wordt gegeven.

Terug naar de inhoudsopgave van het jaarverslag 2019.