‘Onafhankelijkheid betekent niet dat je niet met elkaar mag praten’

De adviezen van de Gezondheidsraad varen op de kracht van wetenschappelijkheid en onafhankelijkheid. Tegelijkertijd zijn draagvlak en relevantie voor het ontwikkelen van beleid essentieel voor de manier waarop vervolg kan worden gegeven aan een advies. Daarom besteden we op zorgvuldige wijze aandacht aan het afstemmen met onze opdrachtgevers. We doen dit al aan het begin van het traject. Door meer in gesprek te zijn weten we beter welke onderwerpen eraan komen bij de ministeries. Samen zorgen we ervoor dat de juiste vragen aan bod komen in de adviesvraag.

Tijdens het adviestraject zijn beleidsmedewerkers aanwezig als waarnemer. Zij kunnen de beleidscontext toelichten, maar zijn geen lid van een commissie en zijn niet bij de besluitvorming betrokken. En bij het afronden van een traject vinden we elkaar door kort voor publicatie een briefing te organiseren waarbij de bewindslieden en beleidsmakers worden bijgepraat over de wetenschappelijke ins en outs van een advies. Rolvast samenwerken noemen we dit. Dit is wat enkele van onze opdrachtgevers daarover zeggen:

Angelique Berg, directeur-generaal Volksgezondheid bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

"Het politieke landschap in Nederland is behoorlijk verdeeld. Ook op het gebied van gezondheidsthema’s. Dat maakt het soms ingewikkeld om een gemeenschappelijke deler te vinden. En die heb je toch nodig om beleid te maken. Ik merk dat de adviezen van een gezaghebbend orgaan als de Gezondheidsraad daarin een belangrijke rol spelen. De adviezen worden als neutraal gezien. Dat werkt prettig bij het structureren van de politieke discussie over ingewikkelde onderwerpen.

Het mooie aan de manier waarop we met elkaar werken vind ik dat we steeds samen kijken waar de kansen liggen voor verbeteringen. Daar maken we dan afspraken over. En zo komen we steeds een stapje verder. Het is een kwestie van al doende leert men. Dat vind ik mooi en dat kan alleen omdat de relaties goed zijn en de lijnen kort en open. De onderlinge afstemming is belangrijk, maar met grenzen. De onafhankelijkheid van de Gezondheidsraad staat altijd voorop. Maar onafhankelijkheid betekent niet dat je niet met elkaar kunt praten. Het is goed dat we elkaar op de hoogte houden over de manier waarop ieders werk het beste tot zijn recht komt. Ieder vanuit zijn eigen rol”.

Judith Elsinghorst, directeur Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

“De adviezen van de Gezondheidsraad zijn gedegen, goed onderbouwd en onbetwist. Daarmee vormen ze een helder vertrekpunt voor ons als beleidsmakers. We zijn ons er altijd van bewust dat het de raad is die het advies opstelt. Wat daar ook uitkomt; of dat nou wel of niet is wat we hadden verwacht, of gehoopt. Het meest belangrijk is dat een advies antwoord geeft op de juiste vragen en we samen de tijd nemen om die vragen scherp te krijgen. Daarom vind ik het heel waardevol dat waarnemers vanuit het departement betrokken zijn bij een advies. Gedurende het proces kunnen zij steeds scherp voor ogen houden wat de achtergrond is van een adviesvraag en toelichting geven op ook de politieke context. Daarmee kan een advies alleen maar aan relevantie winnen.”

Marije Beens, directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit, tevens plaatsvervangend directeur-generaal Agro bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

“Mijn ervaring is dat de Gezondheidsraad helder voor ogen heeft hoe je in een goede samenwerking je onafhankelijke positie kunt bewaken. Samen ontdekken we hoe we elkaar ook steeds beter kunnen vinden rond de meer strategische vragen. Zo is in 2019 een start gemaakt met een verkenning van de visie op voeding en duurzaamheid. Vanuit het ministerie kijken we bijvoorbeeld naar mogelijkheden voor boeren om anders en meer duurzaam te produceren. Of hoe we kunnen zorgen dat consumenten meer waardering hebben voor voedsel en er minder verspilling plaatsvindt. Dat is een transitieproces dat tijd nodig heeft. Ik kijk ernaar uit om met elkaar te verkennen waar adviezen van de Gezondheidsraad kunnen bijdragen aan het verder brengen van die transitie. Eén van de eerste concrete acties in 2019 was dat de Gezondheidsraad een werkconferentie heeft belegd met relevante stakeholders om de vraagstelling helder te krijgen. Het is een onderwerp waarvan je nog niet kunt voorspellen hoe het zich ontwikkelt. Juist daarom ben ik heel benieuwd wat die zoektocht, die we deels samen vormgeven, gaat opleveren.”

Judith Bloem, afdelingshoofd Gezond Werken bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

“Wat voor ons zo waardevol is, is dat de kwaliteit van de adviezen van de Gezondheidsraad nooit ter discussie staat. Het is een autoriteit. Wij kunnen erop varen bij het maken van beleid. Dankzij het gezag van de raad is het makkelijker om hier ook draagvlak voor te vinden. Er hoeft niet eerst nog een hele discussie plaats te vinden over feiten.

Ik ervaar de samenwerking met de Gezondheidsraad als heel goed. We weten elkaar goed te vinden. We zien dat er volop gewerkt wordt aan het verkorten van de doorlooptijden van adviezen. Ik waardeer met name de communicatie en transparantie daarover. Voorheen leek het soms meer een black box, terwijl we tegenwoordig goed op de hoogte worden gehouden van de stand van zaken van adviezen. Dat werkt enorm prettig”.

Terug naar de inhoudsopgave van het jaarverslag 2019.