"Alles wat aandacht krijgt, groeit"

Regelmatig organiseert de Gezondheidsraad lezingen voor beleidsmakers. Deze maand konden beleidsmedewerkers van VWS een lunchlezing bijwonen van Andrea Evers, hoogleraar gezondheidspsychologie aan de Universiteit Leiden over placebo- en nocebo-effecten en de implicaties daarvan voor patiënten en zorgprofessionals.

Beeld: ©Rijksoverheid

Kusje erop?

“Misschien wel het meest bekende voorbeeld van het placebo-effect is het welbekende ‘kusje erop’, dat ouders geven als hun kindje gevallen is”, aldus professor Evers. Maar ook veel artsen maken gebruik van dit fenomeen. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer zestig procent van de ondervraagde artsen wel eens een placebo voorschrijft. Bijvoorbeeld een vitaminetablet, waarvoor geen rationele grondslag is. Vaak gebeurt dit in gevallen waarbij een arts zich geen raad weet met de klachten van patiënten. Maar het placebo-effect komt niet alleen voor bij het voorschrijven van medicatie. Zo is onderzoek gedaan onder mensen met artrose. De ene groep onderging de reguliere operatie en de controlegroep een zogenaamde ‘showoperatie’. Wat bleek? Het herstelpercentage was ongeveer even groot.

Nocebo, het broertje van placebo

Het omgekeerde broertje van het placebo-effect is nocebo: een negatief verwachtingseffect. Het lezen van een bijsluiter bijvoorbeeld kan mensen zodanig angstig maken dat ze minder bereidwillig zijn om het medicijn te gebruiken. Ze kunnen ook daadwerkelijk meer bijwerkingen ervaren. “Zijn we dan wel goed bezig in de manier waarop we onze bijsluiters schrijven?” vraagt professor Evers zich hardop af. Ook de manier waarop media berichten over klachten bij ziektes heeft veel invloed: “‘alles wat aandacht krijgt, groeit’. Als mensen in de media lezen over bepaalde klachten, ervaren zij die klachten vaker ook zelf”.

Wat betekent dit voor de zorgpraktijk?

Evers blijkt geen voorstander van het voorschrijven van placebo´s. Er valt nog genoeg winst te behalen met het verbeteren van verwachtingen bij patiënten en het creëren van vertrouwen. Voor een gunstig verwachtingseffect is de manier waarop artsen communiceren met patiënten heel belangrijk. De woordkeuze en ook non-verbale communicatie kunnen veel invloed hebben. Ze pleit dan ook voor het trainen van zorgprofessionals op dit vlak. Bovendien zouden patiënten meer uitleg kunnen krijgen over het bestaan van placebo en nocebo-effecten. Artsen kunnen patiënten vervolgens vragen naar hoe ze geïnformeerd willen worden over risico´s en bijwerkingen van behandelingen.